Wanneer de risico’s van werkzaamheden niet kunnen worden weggenomen of voldoende acceptabel kunnen worden gereduceerd, dient de sloopaannemer de medewerkers (vast en tijdelijk) te voorzien van de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
Op basis van de resultaten uit risico-inventarisaties (mede gebaseerd op document SVMS-013) dient de sloopaannemer te bepalen welke PBM noodzakelijk zijn voor de uitvoering van werkzaamheden. Voor het verstrekken, het onderhoud en de vervanging dient een procedure te worden ingericht.
Het projectwerkplan dient bepalingen te bevatten ten aanzien van de toepassing van PBM. De PBM dienen afgestemd te zijn op de voorkomende activiteiten en de geïdentificeerde risico's.