De sloopaannemer dient te beschikken over een procedure voor het opstellen van een projectwerkplan. Het projectwerkplan bevat ten minste de volgende onderwerpen:
- NAW-gegevens opdrachtgever, projectlocatie, sloopaannemer en onderaannemers.
- Projectorganisatie met daarin ten minste:
a) de contactpersoon van de betrokken partijen en de deskundigheid, taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden van personeel betrokken bij de uitvoering van het project (volgens paragraaf 3.1.1 en 4.3.6.), inclusief wie bevoegd is om afwijkingen en klachten tijdens de uitvoering van het sloopproject af te handelen;
b) voor welke werkzaamheden onderaannemers worden ingeschakeld, inclusief een beschrijving hoe wordt geborgd dat deze onderaannemer(s) de desbetreffende werkzaamheden uitvoeren conform het projectwerkplan en de eisen in de BRL.
- Omschrijving van de te slopen onderdelen en overige werkzaamheden.
- Beschrijving en planning van het sloopproject en te gebruiken technieken.
- KLIC-melding en de afsluiting van nutsvoorzieningen volgens het Afsluitprotocol nutsvoorzieningen van Netbeheer NL / VERAS (www.sloopaannemers.nl), inclusief controle en registratie.
- Een beschrijving van de wijze waarop gedurende de uitvoering van het sloopproject zal worden voldaan aan de sloopvoorschriften uit het Bouwbesluit 2012 en eventueel door de gemeente gestelde nadere voorwaarden op basis daarvan.
- Vereiste meldingen, vergunningen en kennisgevingen aan bevoegde instanties.
- Een scheidingsplan aan de hand van de stoffeninventarisatie met daarin een / de:
a) overzicht van vrijkomende gevaarlijke afvalstoffen met de verwachte hoeveelheden;
b) overzicht van overige vrijkomende sloopmaterialen en indicatieve hoeveelheden en de aard en omvang van mogelijke verontreinigingen;
c) beschrijving van welke sloopmaterialen op de slooplocatie worden gescheiden en de afvoerbestemming;
d) acceptatiecriteria van de afnemer en hoe het voldoen daaraan wordt geborgd, gebaseerd op de risicoanalyse zoals bedoeld in hoofdstuk 5;
e) wijze van controle van afvoer van sloopmaterialen conform paragraaf 4.3.7 en gebaseerd op de risicoanalyse zoals bedoeld in hoofdstuk 5.
- Te treffen (veiligheids)maatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen met het oog op personele veiligheid, veiligheid voor de omgeving (belendende percelen) en het zoveel mogelijk voorkomen van hinder (stof, geluid, etc.).
- Wijze van projectcontroles en –registraties (zie paragraaf 4.3.6) en oplevering.
- Projectgebonden risico-inventarisatie en –evaluatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van (de relevante onderdelen uit) document SVMS-013 (Eisen te stellen aan de slooplocatie).
- Indien relevant en van toepassing informatie over de bodemgesteldheid en de aanwezigheid van en omgang met eventuele bodemverontreinigingen en verontreinigde funderingen.
- Overdracht van gegevens van werkvoorbereiding aan projectuitvoering, inclusief de wijze van instructie aan bij de uitvoering betrokken personen (zie paragraaf 4.3.6).
- De inrichting van de slooplocatie en transportroutes.
- Wijze van interne en externe communicatie.
De mate waarin de bovengenoemde onderwerpen in het projectwerkplan worden uitgewerkt dient te zijn afgestemd op de aard en omvang van het project, in het bijzonder uit het oogpunt van veiligheid en milieu. Het projectwerkplan wordt, indien van toepassing, afgestemd op het voor het sloopproject beschikbaar gestelde V&G plan ontwerp- of uitvoeringsfase. Indien van toepassing wordt tevens invulling gegeven aan de bouwprocesbepalingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit.
De wijze waarop de Voorman Sloopwerken en / of de Uitvoerder Sloopwerken (zie paragraaf 3.1.1) bij de uitvoering van het sloopproject wordt / worden betrokken, dient te zijn afgestemd op de aard en omvang van het sloopproject. Daarbij dient in het bijzonder rekening te worden gehouden met veiligheids- en milieurisico’s tijdens de uitvoering van het sloopproject. De wijze van betrokkenheid wordt concreet beschreven in het projectwerkplan (zie hierboven punt 2).
Voordat met het sloopproject wordt begonnen, dient door de sloopaannemer een schriftelijk projectwerkplan volgens de eisen in deze paragraaf te worden opgesteld en verstrekt aan de opdrachtgever. Tevens draagt de sloopaannemer zorg voor indiening van de sloopmelding zoals bedoeld in het Bouwbesluit 2012.