De scheiding en afvoer van sloopmaterialen dient plaats te vinden conform het projectwerkplan, waarbij ten minste op de slooplocatie worden gescheiden en gescheiden worden afgevoerd de categorieën van sloopmaterialen genoemd in de Regeling Bouwbesluit 2012 (artikel 8.9 Bouwbesluit 2012, juncto artikel 4.1 Regeling Bouwbesluit 2012; zie paragraaf 4.3.2). Dat betreft de volgende categorieën van sloopmaterialen:
a. |
als gevaarlijk aangeduide afvalstoffen als bedoeld in hoofdstuk 17 van de afvalstoffenlijst bedoeld in de Regeling Europese afvalstoffenlijst, voor zover deze stoffen niet in de onderdelen b tot en met j van dit lid zijn opgenomen; |
b. |
teerhoudende dakbedekking, al dan niet met dakbeschot; |
c. |
teerhoudend asfalt; |
d. |
bitumineuze dakbedekking, al dan niet met dakbeschot; |
e. |
niet-teerhoudend asfalt; |
f. |
vlakglas, al dan niet met kozijn; |
g. |
gipsblokken en gipsplaatmateriaal; |
h. |
dakgrind; |
i. |
armaturen; |
j. |
gasontladingslampen. |
De hierboven onder d tot en met j genoemde sloopmaterialen hoeven niet op de slooplocatie te worden gescheiden en gescheiden te worden afgevoerd voor zover de bij de sloop vrijkomende hoeveelheid van het betreffende sloopmateriaal minder dan 1 m3 bedraagt.
In afwijking van de eisen in deze paragraaf kunnen sloopmaterialen op een andere locatie worden gescheiden indien het scheiden op de slooplocatie redelijkerwijs niet mogelijk is, onder de voorwaarde dat het bevoegd gezag op grond van het Bouwbesluit 2012 hiermee schriftelijk heeft ingestemd.
De opslag van sloopmaterialen op de slooplocatie moet op een ordelijke wijze geschieden en mag geen verontreiniging van bodem en omgeving veroorzaken.
Vrijkomende sloopmaterialen die als een afvalstof moeten worden aangemerkt, worden afgegeven aan c.q. afgevoerd naar een hiertoe op grond van de Wet milieubeheer bevoegde ontvanger[1].
Voorafgaand daaraan wordt conform het projectwerkplan gecontroleerd of deze voldoen aan de acceptatiecriteria van afnemers zoals bedoeld in hoofdstuk 5. Bij afvoer van de als afvalstoffen aan te merken sloopmaterialen wordt deze controle door de verantwoordelijk conform de beschrijving in het werkplan geregistreerd.
Ingeval van weigering van vrachten door de afnemers en / of bij klachten van afnemers inzake de aard en samenstelling van de aangeboden materiaalstromen in relatie tot de acceptatiecriteria, wordt de procedure in paragraaf 2.5.4 gevolgd en wordt nagegaan of er aanleiding is om de risicoanalyse zoals bedoeld in hoofdstuk 5 aan te passen.
Indien als onderdeel van de opdracht aan de sloopaannemer de vrijkomende steenachtige materialen ter plaatse worden bewerkt met behulp van een mobiele puinbreker, is daarop het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval van toepassing. De sloopaannemer bewaakt in dat geval dat wordt voldaan aan de volgende kernbepalingen uit het Besluit mobiel breken[2]:
4Hieronder wordt verstaan een bedrijf welke beschikt over een inrichting waarbinnen de desbetreffende sloopmaterialen op grond van een Omgevingsvergunning Milieu of volgens het Activiteitenbesluit mogen worden op-, overgeslagen, be- en / of verwerkt (artikel 10.37, lid 2, Wet milieubeheer).