Voor het uitvoeren van spoedeisende sloopprojecten zoals bedoeld in paragraaf 1.4, dient de sloopaannemer te beschikken over een werkinstructie. Daarin dienen ten minste de volgende onderwerpen zoals bedoeld in paragraaf 4.3 aan de orde te komen: inspectie sloopobject / stoffeninventarisatie, werkvoorbereiding, uitvoering sloop, behandeling en afvoer van sloopmaterialen en stoffenverantwoording. Bijzondere aandacht dient besteed te worden aan de communicatie met betrokken instanties en hulpdiensten en de eventuele afvoer van verontreinigde sloopmaterialen .
Gedurende de uitvoering van het spoedeisende sloopproject dient te worden voldaan aan (de relevante onderdelen uit) document SVMS-013 (Eisen te stellen aan de slooplocatie).
Gedurende de uitvoering van het spoedeisende sloopproject dient ten minste één medewerker op de slooplocatie aanwezig te zijn die conform paragraaf 3.1.1 deskundig is op het gebied van asbest[1]. De wijze waarop de Voorman Sloopwerken en / of de Uitvoerder Sloopwerken (zie paragraaf 3.1.1.) bij de uitvoering van het spoedeisende sloopproject betrokken wordt / worden, dient te zijn afgestemd op de aard en omvang van het sloopproject.
Daarbij dient in het bijzonder rekening te worden gehouden met veiligheids- en milieurisico’s tijdens de uitvoering van het spoedeisende sloopproject. De betrokkenheid van de Voorman Sloopwerken en / of Uitvoerder Sloopwerken wordt geregistreerd.
[1] Deze eis geldt niet indien het bouwwerk of object dat wordt gesloopt is gebouwd / vervaardigd op of na 01-01-1994.